Storm voor Scheveningen

“Van alle havens is Scheveningen het slechtst. Bij harde zuidwesten wind valt het nog wel mee, maar bij wind tussen west en noord lopen er vanaf 6 Beaufort grondzeeën.”

“Gokken doe je maar in het Casino”, Maandblad Zeilen, juli 2003

Het is een uur of vier als we voor de kust van Monster een enorme bui over ons heen krijgen. Tot dan toe hebben we het met de voorspelde 4-5 Beaufort mogen doen en ook nu lijkt de wind zich verder koest te houden. De golven blijven te overzien, niet meer dan een meter of anderhalf.

Gisteren zijn we een extra dag in Hellevoetsluis blijven liggen, omdat er na de geplande lay day opnieuw 6-7 voorspeld was. Ook vandaag is er in de avond een kans op windkracht 7. Die willen we niet, op weg naar Scheveningen. Maar we krijgen ‘m wel, en meer.

Acht Beaufort

Voor Kijkduin, nog maximaal 4 mijl en dus minder dan een uurtje te gaan naar Scheveningen, breekt de hel los. De hoosbuien worden nog veel heviger dan ze al waren, de golven zwiepen als maar hoger op en de wind zwelt aan. Achteraf vertelt Chrisje me pas dat ze veelvuldig rond de 45 knopen knopen op de windmeter heeft zien staan, één keer zelfs 51. (Meer dan windkracht 8 hebben we dus zeker kunnen meten.) De windrichting kon al *uche* niet beter: het is precies noordwest.

De bovenstaande quote uit de Zeilen zit ons vers in ’t geheugen. Alleen hebben we bij de tochtplanning wel een gokje genomen. En nu zitten we met de gebakken peren: zo kunnen we niet naar binnen. Ook niet bij IJmuiden. En helemaal terug naar het Slijkgat bij Stellendam is ook geen optie. Er rest ons maar één optie: uitrijden die storm.

Weg van de kust

Echt lekker gaat het niet. Omdat de fok niet goed op dek blijft liggen moet Chrisje, mijn heldin, tot drie keer toe het voordek op. Stuiterend op golven weet ze dat zware natte doek uiteindelijk te bedwingen. Weg van de kust, da’s nu het belangrijkste. De golven doen me inmiddels qua omvang ernstig denken aan een eerdere reis op de oceaan. Qua omvang, maar niet qua wildheid: het is een complete wasmachine en ik moet m’n uiterste best doen om ons bootje op ’t gereefte grootzeil, met de motor vol bij, over de Noordzeegolven te sturen.

Die nieuwe motor, die vertrouw ik wel. Maar onze beperkte hoeveelheid diesel, hoelang houdt die het vol?

Terwijl af en toe een breker de kuip onder water zet, duikt Chrisje de kajuit in om de boel nog beter vast te zetten. En om contact te zoeken met de haven van Scheveningen. Eerst per marifoon, maar op dat antieke ding waarop alleen nog het noodkanaal 16 werkt, komt geen reactie. Hij zal dus wel helemaal kapot zijn? Dan maar per GSM, waarop men ons vertelt dat de storm nog wel even zal aanhouden. En dat er wel degelijk jachten aan het binnenlopen zijn.

Op gevoel

De haven binnenlopen, dat is wel een héél aantrekkelijke gedachte. Vol surfend over de grote rollers zetten we koers naar de verkenningston, waarvandaan de haven in een rechte lijn van anderhalve mijl aan te lopen is. Vanaf daar kunnen we nog terug, tot het moment dat we vlak vóór pieren zijn. Maar waar is die verdomde verkenningston? De batterij van de iBook heeft het inmiddels begeven en daarmee hebben we geen GPS meer. Op zicht en op gevoel zou het moeten lukken.

De Redder

Precies op de boeienlijn ligt een groot schip van Rijkswaterstaat te wachten. Terwijl ik me klaarmaak voor de koers de haven in, komt er een reddingsbootje op ons af. Chris vertelt me dat ze hoorde dat de KNRM met een grootscheepse zoekactie naar een verdwenen jachtje bezig is, dus ik besluit even op ‘m te wachten. “Alles goed?” gebaren de mannen van de KNRM-boot De Redder. “Jawel, alles goed. Ik ga zo de haven in, als het lukt.” Chris zoekt contact via de marifoon, die nu wel blijkt te werken. Even later komt ze aan dek met een prachtige boodschap.

Verdwenen jachtje

Dat verdwenen jachtje, dat waren wij dus. De eerdere marifoonoproep was wel ontvangen, voor de zekerheid was de KNMR uitgevaren vanuit Katwijk. En nu ze er toch zijn, zullen ze ons de haven in begeleiden. Vol goede moed ga ik nog een keer door de wind en op de golven stuur ik achter één van de inmiddels drie begeleidende KNRM-bootjes aan. Wat een helden! We waren al donateur, maar dit is meer dan we verdienen. Zelfs het grote schip van Rijkswaterstaat vaart met ons mee. En ze hebben het voor elkaar gekregen dat de uitvarende ferry op ons wacht. We hebben dus vrij baan (en een bijzonder geruststellende escorte).

Surfend de haven in

Jaren geleden was ik bemanning bij m’n vader aan boord toen hij een dergelijke manoevre uitvoerde: bij lager wal, de golven achterop en met windkracht 9+, op het grootzeil surfend de haven van Stavoren in. Ook nu is het publiek in grote getale uitgelopen. (Blijkbaar hadden ook zij kanaal 16 op staan.)

Toen waren er echter geen grondzeeën. Dit is niet het IJsselmeer. En de pieren van Scheveningen verdwijnen bij iedere golf volledig uit het zicht. We maken nog een klapgijp, maar alles lijkt heel te blijven. En als m’n snelheidsmeter een aantal keer tot voorbij het maximum van 12 knopen loopt, ben ik verschrikkelijk blij met onze escorte. En met de bestuurbaarheid van ons “verdwenen” jachtje.

Kop soep

Ons jachtje heeft zich fantastisch gehouden. Geen moment was ik bang, of niet onder controle. Wel erg bezorgt, maar achteraf eigenlijk onterecht: Deze ervaring heeft ons alleen een paar leuvers, twee reefknuttels, een schroef uit het Lewmar-blok (niet best!) van de grootschoot, een doorweekt pak en wat nattigheid in de kajuit gekost. Niks wat de kop soep van een vriendelijke medezeiler aan onze steiger niet goed kan maken.

In de boeken

Achteraf is het een ervaring voor in de boeken, die thuishoort in het rijtje bungee-jumpen in Zuid Afrika en city-biken rondom de Arc de Triomphe in Parijs. Eentje die men niet graag overdoet, maar waarmee we onszelf wel leren kennen. We maken een goed team, Chrisje & ik (vandaag precies 9 jaar) én ons bootje.

Update (6/7)

De ravage na de stormHey, da’s ook grappig: In de rapporten van de KNRM is het bovenstaande verhaal ook integraal terug te lezen. En ze beloven foto’s; ben benieuwd! (Ik heb nu alleen de foto hiernaast.)

Bikkelen en meer

Mijn lieve schoonmaatje had een vooruitziende blik: na Oostende werd het inderdaad huiswaards, via Breskens bovendien. En nog wel een paar omwegen, maar daar kom ik zo op.

Bikkeltocht

Van Oostende naar Breskens was een flinke bikkeltocht met mooie golven en een pittig windje (5-6 beaufort) mee. Tien knopen op de tellerIn twee grote slagen, surfend over de groene Noordzeegolven, met donkere luchten die over ons heen trokken, leggen we in totaal een mijltje of 35 af in recordtijd. Volledig top getimed op het tij, met uitschieters van 10 (tien!) knopen op ’t log.

Het laatste plekje in de haven van BreskensAan het eind van de tocht steekt het zonnetje op, krijgen we het laatste beschikbare plekje in de haven en eten we een superdeluxe Belgische steak aan boord. We drinken nog een paar biertjes in de Jachtclub (met aardappel) en slapen als roosjes.

Méér van hetzelfde

Vandaag is eigenlijk niet veel anders geweest. Hetzelfde, maar dan van bijna alles meer: meer slagen en zeemijlen (zo’n 45), meer zon, meer en grotere golven en meer ingewikkelde boeienroutes. Meer genieten dus. En meer voldoening bij aankomst in… Hellevoetsluis. Lees verder

Blankenberge (Nieuwpoort) Oostende

We vertrekken gisteren vlak voor laag tij om de stroom naar het zuiden zoveel mogelijk mee te hebben. De haveningang van Blankenberge blijkt, zolang we door het midden van de geul varen, gelukkig nét genoeg diepgang te hebben (of onze motor is sterk genoeg om ons door het slijk te trekken). En op open zee lijkt de wind ideaal om vandaag Gravelines aan te doen. Hoewel het spannend wordt: met laag water kom je daar helemaal niet binnen. Het plan pakt echter, zoals meestal, wat anders uit.

Het Loeder

Aan het begin van de tocht hijsen we het grootste voorzeil dat we hebben: de Drifter. Er waait een ZZW windje, 3-4 beaufort. Met de snel inzettende stroom mee maken we over de grond zo’n 6-7 knoopjes. Dat zou dus moeten gaan lukken. En als de wind nog wat draait (in ’n gunstiger richting) en aantrekt (beter dan voorspeld) schiet het helemaal op.

De wind trekt na een uurtje nog meer aan en we vervangen de Drifter door de iets kleinere en scherpere Genua Lourdes (bijgenaamd “Het Loeder” vanwege het gewicht van dat kreng). De stroom wordt nog gunstiger en we stuiven met 8 knoopjes op Nieuwpoort af. Hierna moeten we nog een flinke slag naar buiten, om de ondieptes bij Duinkerke heen. We zouden het moeten halen naar Gravelines. Hoewel… Lees verder

België, baby!

Een paar mooie daagjes verder bevinden we ons ineens in België. In ’t prachtige (ahum) Blankenberge, om precies te zijn. We zijn dus lekker op weg. Ook al al zal ’t waarschijnlijk niet de Carieb worden, wie weet hoe ver we komen deze week.

Hobbelig

Hobbelig zeetje voor ScheveningenVanuit IJmuiden zeilden we dinsdag met Paul & Anke naar Scheveningen. Een lekker rustig tochtje, waarbij alleen het laatste stukje voor de haven een beetje “hobbelig” is. Maar alle magen houden het (net) en bij de borrel is iedereen er weer helemaal bij. Lees verder

Zout water, baby!

Gisteren is een heel vreemd dagje. Nog vreemder dan de dag ervoor, waarop de onweersbuien gewoon lekker duidelijk overtrekken. Nee, nu blijven de donkere luchten wat dreigend hangen, zonder dat er echt iets uitkomt.

ProostUiteindelijk draait de wind gedurende de dag een graad of 180 in de rondte. Maar ’t blijft lekker bezeild, en we komen aan in het onbekende Den Oever. Ook niet zo gek dat het onbekend is: er is (bijna) niks.

Maar ’t blijkt wel een prima jachthaven, waar we na de borrel fietsjes lenen om naar ’t dorp te hobbelen.

Eindelijk zout

Na die vreemd-weer tocht van Enkhuizen naar Den Oever, varen we vandaag EINDELIJK de zee op. Eindelijk zout water voor ons bootje. En je voelt dat ze in d’r element is. Maar als we midden op de Noordzee in een dikke mistbank terecht komen, valt helaas de wind ook praktisch weg. Dus helaas, een groot deel van de toch is “bemotord”.

Bok in de wolkenWe komen aan in IJmuiden terwijl er een enorme bok door de rookwolken van de Hoogovens opdoemt. Een indrukwekkend schouwspel aan het eind van een memorabele eerste tocht op zout water. En onze crew houdt zich goed, ze mogen blijven. Morgen Scheveningen!

Eindelijk thuis(haven)

Now I'm happy!Poeh, dat was meteen wéér een heel mooi zeildagje. Ik zou bijna vergeten ’t nog geen vakantie is. Maar in elk geval blijven we vanavond nog lekker op de boot, ik ga morgen met de bus naar de zaak.

De nieuwe box past net ietsje beter dan die van vorig seizoen. Maar het blijft krap met d’r bolle wangetjes. En gelukkig is de WiFi-ontvangst hier ook prima.

Vol(op) genieten

Nog snel even de stempelplekken bijwerkenVlak voor de lunch is het zover: het bootje ligt erin, de mast staat erop. Wegwezen, zou je zeggen. Of moeten we nog even wat dingetjes regelen?

Hard werken

We hebben nog een vol programma. Dus het duurt nog wel even voordat we de mast getrimd hebben. En dan de giek er nog aan, grootzeiltje erop, alle lijnen weer over dek. En dat dek, dat kan ook wel een spoelbeurt gebruiken.

’t Lijkt soms net hard werken, zo’n boot. Al met al is het een uurtje of vier als we vertrekken uit Lelystad. Dan nog even door de Noordersluis, die gelukkig niet alleen razendsnel bediend wordt, maar bovendien die 5,5 meter verval in enkele minuten doorpompt. En dan zitten we weer op ons vertrouwde Markermeer.

En nu?

Aso’s

De zeiltjes staan zodra we op open water zitten. ’t Is een lekker ruim koersje naar Monnickendam. Maar ook Hoorn blijft ‘bezeild’. En met de muziek vol open (het meer is bijna leeg, dacht je dat we aso waren, ofzo?!) speren we dus met 6-7 knoopjes op de torentjes van Hoorn af. Zonnetje, lekker windje, muziekje, Juupje… Wat heerlijk om weer te varen!

Vol

Volle bakDe oude binnenhaven van Hoorn blijkt vol te liggen. Maar de havenmeester wijst ons een plekje vlak vóór de sluis, in de schaduw van het dikke torentje, met uitzicht op de ook al volle jachthaven van WSV Hoorn.

Prima plekje voor een lekker, tevreden borreltje. En een lekker happie aan boord. Nog ’n roseetje erbij… Proost, op het nieuwe vaarseizoen!

Brug gehaald, brug niet gehaald

Het liep allemaal wat anders dan oorspronkelijk gepland: de boot ligt er nog in. Vanmiddag komen we te laat in de middag aan in Bunschoten, waardoor we het het “ont-te-water-laten” maar een weekje uit hebben moeten stellen.

Net door de brug

Roel, Bas, Floor en Roeland met 7 knopen richting LelystadZaterdag gaat alles érg voorspoedig: de bemanning, bestaande uit Roel, Roeland en Floor, komt netjes op tijd in Monnickendam aan. We vertrekken bijna direct voor een prachtig tochtje. Eerst de sluis van Lelystad, dan door naar de de Ketelmeerbrug. Die brug wordt niet meer bediend na 16:00 uur. En we passen er niet zomaar onderdoor. Met nog ruim 5 minuten te gaan, laat de brugwachter ons nog net even langs.

Door de Ketelbrug en aan de borrel'Je hebt vrienden waarmee je kan lachen...''Meisje, ik ben een zeeman...'

Net voor het donker leggen we aan in Roggebotsluis, vlakbij Kampen. We eten een bijzondere, uitgebreide maaltijd in Wok Inn, een aanrader voor de liefhebbers van (veel) Chinees. En daarna drinken we nog een afzakkertje in ’t Haasje, waar we bovendien worden gefêteerd op ’n Oerhollands staaltje compleet uitgaan. Of zoiets.

Brug dicht

Chrisje, tegen wind en regenBij Elburg is, tijdens het winterseizoen, de brug onbediend op zondag. Als de crew van boord is, varen Chrisje en ik in een uurtje naar Elburg, waar we lekker relaxen aan de kade in het centrum van dit oude vestingstadje.

Ons mooie bootje in BunschotenVandaag varen we, pal tegen de wind en regen in, door naar Bunschoten. We komen daar pas in de middag aan, dus ze ligt er nog even in: volgende week gaat ze eruit. (Bah, van mij mag het zeilseizoen het hele jaar duren!)

Zeilerij komend weekend

We hebben de organisatie nog niet helemaal in de hand, maar we gaan WEL varen dit weekend! De hamvraag is: Wanneer stapt wie waar op?

Vanavond gaan Chrisje en ik al naar de boot. Morgenochtend vertrekken we in principe vanuit Monnickendam, maar we zouden de boot vanavond zelfs nog naar Muiden (ofzo) kunnen varen. Hangt er ook vanaf wat handig voor Roeland is en wanneer hij eigenlijk opstapt.

Zondagochtend stapt Inez “ergens” op, in Lelijkstad, of Urk, of verder op aan het Veluwemeer. Net hoever we komen. Roel wil morgenochtend opstappen, die rijdt dan met Mike mee naar huis zodra hij Inez heeft afgeleverd.

Zondagavond eindigen we de reis volgens planning in Bunschoten. En maandag gaan Chrisje en ik de boot uit het water (laten) halen; ’s middags gaan we dan het OV vanaf daar richting Utrecht proberen. Ofzo.

Rondje Pampus

Mike & Bolle’t Is werkelijk onvoorstelbaar, het blijft maar mooi. Zaterdag varen Willem, Mike en ik een “rondje Pampus”, in een stralend herfstzonnetje. Héén kruisen we in een paar lekkere slagen; de terugweg blijkt ideaal voor de spi. Wat een dagje!