Relaxed Ramsgate

Het is ons vroegste tochtje deze vakantie: om 5:30 varen we maandag weg uit Dieppe. Gelukkig hebben we een hele fijne nacht gehad, met die onrustige deining in de haven en een volkomen onnodige actie van een sleepboot één steiger verderop: Om 1:00 uur móest de zware motor minimaal een half uur draaien. Merci.

We vertrekken in het donker met de volle maan in de rug. Een zacht, ruim windje helpt ons op gang en als we bij Cap Griz-Nez het kanaal oversteken trekt -ie lekker door. Rond 18:00 uur komen we aan in Ramsgate, na een hele mooie en lekkere zeiltocht. Het is nu bovendien weer een uur vroeger, dus (lokale) borreltijd. We drinken een “traditionele” pint bij de zeer traditionele Royal Temple Yacht Club, op het terras met het schitterende havenzicht. En daarna gaan we lekker smullen bij de Thai.

En van Fécamp naar…

De tocht naar Fécamp voert voorbij Le Havre en vlak langs Cap d’Antifer. We kunnen een leuk stuk op de spi doen, totdat een “massieve” regenbui de wind opjut en 90 graden liet draaien.

Omdat we in Dives alleen rond hoog water kunnen vertrekken, is de aankomst in Fécamp lastig te timen. En de haveningang is er berucht om z’n ondieptes. We hebben er misschien geluk gehad: lager dan dit heb ik het water hier nog nooit zien staan. Maar we varen zó naar een mooie dubbele box, waar de Marea Alta even later naast ons aanlegt.

De volgende ochtend scheiden onze wegen, voorlopig: Wij willen naar Dieppe terwijl de Marea Alta doorvaart naar Boulogne. Na ons wat verlate vertrek twijfelen nog even: oversteken naar Eastbourne lijkt met de huidige wind een fijne optie. Maar de verse voorspelling die we voor de kust nog even ophalen geeft voor de middag zwaar weer aan de overkant; we blijven aan Franse zijde.

IJs!

In Dieppe spreken we af met een ander leuk bootstel, dat we kennen uit Utrecht: Jan Rudolf en Bettina zijn hier echter niet op hun zelf-herbouwde Standfast 30, maar met de auto uit Rouen. Vorig jaar zijn ze daar naartoe vertrokken om een eigen ijssalon te openen. Een gedurfde onderneming die zomaar in een bekend TV-format had gepast. Maar inmiddels runnen ze gewoon wél die ijssalon c.q. lunchroom!

Voor ons was het even wat te ver varen, maar we adviseren natuurlijk iedereen die dit gebied bezoekt om bij ze langs te rijden en hun ambachtelijke ijs te proeven: Le Brise-Glace, Rue Saint-Sever, 76100 Rouen.

Dives sûr "meh"

Na zoveel daagjes in het bruisende Deauville / Trouville wil je ook wel eens wat anders. Dus varen we samen met de Marea Alta naar het ietsje westelijker gelegen Dives sûr Mer, waar het stukken minder bruist.

De relatief nieuwe nederzetting Dives doet wat denken aan Gruissan (bij Narbonne, waar ons bootje oorspronkelijk vandaan komt) of Eastbourne: een verse, flinke jachthaven waar omheen een hele bos vakantiewoningen is gepland. Best netjes, niet erg authentiek. En er zijn wel enkele voorzieningen, maar het stadje is een flink eind weg.

Bruisen doet het is de haven zeker niet, al doen ze wel hun best: Het kleine maritieme festival dat de dag na ons bezoek moet plaatsvinden was vast een enorm succes. (Als het niet zo was verregend.)

Houlgate

Na een kleine kustwandeling richting het oosten vind je het dorp Houlgate. Dat bruist een beetje meer, met een groot strand met een nogal lege boulevard, een casino aan dat strand en een boel barretjes en eettentjes in de straat erachter. Voor wie hier ooit verzeild (of verauto’d) raakt: Het grappige hotel/restaurantje Hostellerie Normande is een aanrader. Helemaal als het wél een zwoele avond is, want ze hebben ook een mooi terras.

Droogvallen

Dives is een haven met een aanloop die, net bij als St. Vaast en Deauville, volledig droogvalt. De haven zelf houdt z’n diepte met een sluis, die enkele uren rond hoog water openstaat. Belangrijk dus om je aankomst goed te timen, evenals je afvaart. Onze volgende haven staat er ook om bekend dat je goed op het tij wilt letten: Bij écht laag water kon het wel eens te ondiep worden. Dus kun je wel raden op welk moment wij daar aankomen.

Trouville et la toilette

We doen een dagje Deauville, waarbij het ineens zulk mooi weer is dat we het grootste deel van de dag op het strand doorbrengen. We sjokken verder wat door de dure en bruisende hoofdstraat en over het mooie marktje, lunchen op het terras en doen inkopen voor het Cobb-diner dat we aan boord van de Marea Alta verorberen.

Charmante stadjes

De volgende dag varen we helemaal naar Trouville. Of eigenlijk, we blijven gewoon nog een dagje liggen om ook het oostelijke van deze twee aangrenzende badplaatsen te verkennen.

Trouville is net zo charmant maar iets minder chique. Je ziet er minder kakwijven (femmes de merde?) en dure voitures dan in Deauville. Het centrum zit vol met gezellige restaurants, een grote vismarkt en een lange, ietsje vervallen boulevard. Allemaal iets meer “accessible”, zou je kunnen zeggen.

Toilet is ook een Frans woord

In de morgen worden er bovendien nog bootschappen gedaan in Deauville Marina: Ons relatief nieuwe Jabsco toiletpompje heeft het na al die tijd toch begeven. Er zullen wel enkele rubbers vervangen moeten worden, dus ik koop noodgedwongen een complete set met revisie-onderdelen à € 55. Waar ik verwachtte maar enkele te vervangen, vernieuw ik uiteindelijk bijna alle onderdelen voordat het rotding weer goed werkt. In plaats van een half uurtje werk ben ik bijna twee uur met het hele pompsysteem aan het prutsen. Een behoorlijk merde-klusje, maar wel dankbaar.

Gezelligheid in Deauville

Het zeiltochtje van vanmiddag / -avond maakt alle eerdere ongein goed: met 15 knoopjes halve wind, zonnetje, een knoop stroom mee, langs een bijzonder mooi stuk Franse kust. (Dus alle Fransen op veilige afstand.) Heerlijk!

Eigenlijk gaat het te snel, want binnen een paar uurtjes varen we het charmante Deauville binnen. Of het charmante Trouville, daar wil ik vanaf zijn. Nog een uurtje of anderhalf later vaart ook een oude bekende en inmiddels goede vriend (en vriendin) binnen: de Marea Alta legt aan op het plekje dat we achter ons hebben vrijgehouden.

Met Jeroen & Annemarie (en wat later ook André & Ed van de Bink) borrelen we achter de comfortabele buiskap die we eigenlijk niet eerder op deze boot gezien hebben. We smeden de vaarplannen voor de komende dagen, die de komende dagen ook nog wel flink zullen veranderen. Het wordt laat maar dat geeft niet want we blijven nog een dagje. Gezelligheid!

Non à Ouistreham

Het waait zondag lekker door, dus blijven we een extra dagje in St. Vaast. We genieten aan boord van de lokale oesters die we praktisch zelf van het strand hadden kunnen plukken. ’s Avonds genieten we ook van het andere, bijzonder smakelijk eten in het knusse restaurantje Le Chasse-Maree. Bovendien is het kermis. En da’s altijd dik feest. (Ahum.)

Op maandag vertrekken we met nog steeds een dikke 5 Beafort in de rug naar Ouistreham. Dat plaatsje is in alle omstandigheden goed aan te lopen, al schijnt het volgens de pilot niet veel bijzonders te zijn. En achteraf gezien is dat een understatement.

Douches froides

Na een belachelijk lange wachttijd voor de sluis, die natuurlijk niet volgens de boekjes draait, komen we terecht in een van de meest desolate jachthavens die ik ooit gezien heb. Flevo Marina, Almere Muiderzand en de Grand Large in Duinkerken zijn er niets bij. Het lelijke dorpje dient als doorgangsstation voor de reizigers van de veerboot naar Portsmouth. Gelukkig ligt het op minimaal twintig minuten lopen. Het strand ligt op nog wat meer afstand van de haven, en voor die paar aftandse watersportwinkels moet je een half uur de andere kant op.

Ookal biedt deze Franse haven natuurlijk geen fatsoenlijk draadloos internet, het personeel in de haven leek in eerste instantie aardig en de sanitaire voorzieningen ook. Totdat de douches het ’s morgens begeven en we het zonder warm water moeten stellen. Dan mag je wachten tot het probleem misschien morgen opgelost is of – ook letterlijk – genieten van een koude douche.

Non

Die duurbetaalde douchemunten kun je uiteraard niet ruilen. Non monsieur, bien sûr “pas de changer”. Nu spreekt men ineens helemaal geen Engels meer en mag je het doen met de kansloze mededeling dat deze muntjes ook in nabije marina’s bruikbaar zijn. So fucking what!

Fijn, die Franse gastvrijheid. Gelukkig vertrekken we hier vanmiddag en ontmoeten we een paar fijne vrienden in de volgende haven. Mag ik daarna alsjeblieft terug naar Engeland?

De oesters van St. Vaast

Na een tocht waarin de motor veel gedraaid heeft, maar we gelukkig ook zeilend aardige mijlen maakten, komen we rond 20:30 uur (Centraal-Europese tijd) aan in Cherbourg. Opnieuw ziet de havenstad er vanaf het water onaantrekkelijk uit: Hij is wel handig qua tochtplanning en altijd goed aan te lopen, maar we hoeven ‘m niet zo nodig te ontdekken.

De Quinta ligt er ook weer en we worden even later door Rudi en Marja uitgenodigd voor een klein hapje in l’Equipage, het restaurantje bij de jachtclub. Daar zeggen we geen nee tegen, want we weten het nog goed: Ze hebben daar gratis internet én heerlijke oesters, afkomstig uit St. Vaast. Die waren vorig jaar zó lekker dat we de dag erop doorgevaren zijn naar dit kleine vissersplaatsje om de hoek van Cherbourg.

Je kunt nu wel raden wat onze huidige bestemming is.

Met 3-4 knopen tijstroom in de rug schuiven we in druilerig regen onder grijze luchten langs de (schijnbaar) kleurloze kust. Op de motor, met de stuurautomaat aan. Vorig jaar zag dit er stukken mooier uit. Bovendien konden we hier toen een mooi stuk zeilen. Boeien: vanavond eten we wéér van die lekkere oesters. In St. Vaast!

Oversteek naar [?]

In alle vroegte gaat de wekker. Om 7:30 uur (Britse tijd) willen we de haven uitvaren, om nog een mooi stukje stroom langs de Needles naar buiten te pakken. Het is nog bewolkt maar de wind staat goed – en niet te hard. Nadat ik nog even Rudi en Marja een handje help met afduwen van hun schitterende Quinta (een strakke Standvast 42 uit 2004, volledig van carbon en bijna té wit) zijn we zelf ook klaar voor vertrek.

Op de stroom varen we vlot de Solent af. De roemruchte Needles liggen er mooi bij, zeker als de bewolking grotendeels openbreekt terwijl we erlangs varen. Yep, foto’s volgen.

Tussen het schrijven van deze en de vorige alinea doe ik een poging om de motor uit te zetten en puur op zeil verder te varen. De zoveelste poging, opnieuw onsuccesvol: Er is nét te weinig wind om de vaart boven de 4 knopen te houden. En dan wordt te tocht naar [?] wel erg lang. Dus de motor draait nog steeds en we maken lekker 6 knoopjes naar het zuiden. “Terwijl het bier koud wordt,” zeggen we dan maar.

Naar [?]

Waarheen varen precies? We willen naar Cherbourg of (nog liever) naar Alderney, het noordelijkste Kanaaleiland. We hadden vorig jaar geen tijd meer om dit eiland aan te doen. Maar of we er dit jaar nou twee dagen voor willen motorvaren, als de wind zo zwak blijft? We zullen zien.

Tegen de tijd dat we weer verbinding hebben, dit bericht wordt geplaatst en jij dit leest, weet ik natuurlijk prima waar we naartoe gevaren zijn. Maar als ik alles zou verklappen is er natuurlijk geen lol meer aan. (Mocht je het echt niet meer houden van de spanning… Twitter al eens geprobeerd, of desnoods Facebook?)

Wight by bus

Cowes is fijn. Heel fijn. Maar je kunt er niet eeuwig blijven, als je tenminste ook nog andere aardige (haven)plaatsjes wilt zien.

Zo’n heel aardig havenplaatsje op Wight is Yarmouth. Je kunt er prima eten, lekker rondsjokken en fijn over de Solent staren. Vanuit Yarmouth kunnen we bovendien makkelijk vertrekken om, langs de Needles, het Kanaal over te steken. Of we kunnen er een dagje blijven liggen, als dat voorspelde frontje inderdaad langstrekt. Want wij gaan dus niet oversteken tegen een dikke zuid-zuidwester in. Wij zijn Malle Pietje niet!

Ja, dikke zuid-zuidwester!

Om 6:00 zou onze buurman gaan vertrekken. En ondanks de regen die al uren op dek plenst, doet hij dat inderdaad. Dus maken we netjes even ruimte voor hem, checken snel het weerbericht, gaan snel weer langszij… en weer in ons bedje liggen. Totdat enkele uren later de volgende buurman ook wil afvaren en we een box opzoeken.

Dit is geen dag om te varen, zeker niet als dat tegen alles in moet. Dit is er eentje om uit te slapen tot het iets opklaart. Om dan even een koninklijk ontbijtje te doen en om vervolgens in de bus te stappen.

Bustocht

We doen een rondtocht over Wight. Dit keer niet naar de Needles, maar helemaal naar Bembridge en Ryde, aan de oostkant van dit mooie eiland. Met een paar keer overstappen slaan we daar rustig de hele middag aan stuk, zodat we keurig rond winkelsluitings- c.q. borreltijd in Ryde aankomen.

Ryde blijkt een geinig plaatsje waar de Wightlink veerboot en de kleine hovercrafts vanuit Portsmouth op aan-en-af varen. Normaliter – en dan vast voornamelijk in het weekend – zal er behoorlijk wat te doen zijn. Je kunt er zeker leuk borrelen en erg lekker eten. Voor dat laatste is The Ryde Tandoori een aanrader, waarbij de Roghan curries goed te doen zijn als je ze niet too bloody hot lust. En je niet de hele volgende dag bent aangewezen bent op een bewegend, plastic boordtoiletje.

Bloody hot was het de hele dag niet. Maar het was wel een prima dag om niet over te steken. Dat komt morgen wel.

Dieseltransfusie in Cowes

Onderweg naar Brighton viel de laatste uurtjes de wind weg. En tijdens dat laatste stukje hield de motor zich een paar keer voorzichtig in. Sinds vorig jaar weten we goed dat dit “serieuze poep” is: er kan water en smurrie in de diesel zitten. En geen van beide is goed.

Zwarte smurrie

In Brighton check ik samen met Ard van de Ace de beide filters. Er zit vocht in de diesel. En het eerste filter blijkt inderdaad smurrie te bevatten: het vieze zwarte slijm van bacteriën die leven – hoe ongelooflijk ook – in de diesel. We vervangen het filter in de hoop dat het nog een restje van vorig jaar is. Maar helaas.

Wanneer Chrisje en ik maandag Cowes aanlopen, weigert de motor botweg om te starten. En de oorzaak is duidelijk: Het kommetje van de waterscheiding ziet wederom troebel, ’t is wéér mis met de diesel.

Poging twee

Voordat we ons door de Harbour Master naar binnen laten slepen, doen we eerst zelf een poging: Terwijl Chrisje ons heen-en-weer zeilt over de Solent, vervang ik het filter (opnieuw) en ontlucht ik de motor. Vlakbij de haveningang proberen we te starten. En wat denk je? Hij doet het!

Als de sodemieter laten we het grootzeil zakken en draaien de eerste jachthaven in. En vóór we goed en wel vastliggen zet ik de motor weer uit, om te voorkomen dat er nog meer smurrie of water door het systeem gaat.

Nietsvermoedend

Zo’n 10 minuten later loopt een nietsvermoedende man over de steiger, in een overall van Volvo Penta. Zo’n monteur is natuurlijk snel getackeld en de afspraak voor de volgende morgen makkelijk gemaakt:

RHP MarineOm 9:00 uur slepen ze ons naar de werksteiger van RHP Marine, iets verderop aan de rivier Medina. Daar wordt de dieseltank geleegd en schoongemaakt. De filters en de waterscheiding worden vervangen, de ring van de tankdop wordt vernieuwd, de diesel ververst en het vertrouwen in de motor grotendeels hersteld. Het is ongeveer 13:00 uur en we kunnen door naar Yarmouth.

Zonnetje

Ze lijkt weer te lopen als een zonnetje, maar voor de zekerheid vaar ik even een stukje de Medina op. Da’s sowieso lekker bootjes kijken, want het ligt vol met Swans en ander moois. (Doekje?) Even lijkt het onze verbeelding maar al snel kunnen we er niet meer omheen: de toeren vallen telkens terug, er is nog iets mis. Terug naar RHP Marine.

Inmiddels is het 15:00 uur geweest en Chrisje heeft de beurt om even ’t durp in te sjokken. Het probleem met de motor is gevonden in de aansluiting van de leidingen op de tank. En er ligt een plasje diesel in de bilge. Maar het komt goed.

Vakantie

Ik zit in korte broek op dek. Het zonnetje schijnt en er komen continu mooie bootjes langsvaren. Ik klaag niet: We hebben alle tijd en enorm vakantie!

Inmiddels is het 16:00 uur. De motor is helemaal oké, de bilge is schoon, Chrisje is uitgeshopt. En we blijven nog een nachtje in Cowes. Vakantie dus.