Dieseltransfusie in Cowes

Onderweg naar Brighton viel de laatste uurtjes de wind weg. En tijdens dat laatste stukje hield de motor zich een paar keer voorzichtig in. Sinds vorig jaar weten we goed dat dit “serieuze poep” is: er kan water en smurrie in de diesel zitten. En geen van beide is goed.

Zwarte smurrie

In Brighton check ik samen met Ard van de Ace de beide filters. Er zit vocht in de diesel. En het eerste filter blijkt inderdaad smurrie te bevatten: het vieze zwarte slijm van bacteriën die leven – hoe ongelooflijk ook – in de diesel. We vervangen het filter in de hoop dat het nog een restje van vorig jaar is. Maar helaas.

Wanneer Chrisje en ik maandag Cowes aanlopen, weigert de motor botweg om te starten. En de oorzaak is duidelijk: Het kommetje van de waterscheiding ziet wederom troebel, ’t is wéér mis met de diesel.

Poging twee

Voordat we ons door de Harbour Master naar binnen laten slepen, doen we eerst zelf een poging: Terwijl Chrisje ons heen-en-weer zeilt over de Solent, vervang ik het filter (opnieuw) en ontlucht ik de motor. Vlakbij de haveningang proberen we te starten. En wat denk je? Hij doet het!

Als de sodemieter laten we het grootzeil zakken en draaien de eerste jachthaven in. En vóór we goed en wel vastliggen zet ik de motor weer uit, om te voorkomen dat er nog meer smurrie of water door het systeem gaat.

Nietsvermoedend

Zo’n 10 minuten later loopt een nietsvermoedende man over de steiger, in een overall van Volvo Penta. Zo’n monteur is natuurlijk snel getackeld en de afspraak voor de volgende morgen makkelijk gemaakt:

RHP MarineOm 9:00 uur slepen ze ons naar de werksteiger van RHP Marine, iets verderop aan de rivier Medina. Daar wordt de dieseltank geleegd en schoongemaakt. De filters en de waterscheiding worden vervangen, de ring van de tankdop wordt vernieuwd, de diesel ververst en het vertrouwen in de motor grotendeels hersteld. Het is ongeveer 13:00 uur en we kunnen door naar Yarmouth.

Zonnetje

Ze lijkt weer te lopen als een zonnetje, maar voor de zekerheid vaar ik even een stukje de Medina op. Da’s sowieso lekker bootjes kijken, want het ligt vol met Swans en ander moois. (Doekje?) Even lijkt het onze verbeelding maar al snel kunnen we er niet meer omheen: de toeren vallen telkens terug, er is nog iets mis. Terug naar RHP Marine.

Inmiddels is het 15:00 uur geweest en Chrisje heeft de beurt om even ’t durp in te sjokken. Het probleem met de motor is gevonden in de aansluiting van de leidingen op de tank. En er ligt een plasje diesel in de bilge. Maar het komt goed.

Vakantie

Ik zit in korte broek op dek. Het zonnetje schijnt en er komen continu mooie bootjes langsvaren. Ik klaag niet: We hebben alle tijd en enorm vakantie!

Inmiddels is het 16:00 uur. De motor is helemaal oké, de bilge is schoon, Chrisje is uitgeshopt. En we blijven nog een nachtje in Cowes. Vakantie dus.

Ontmoetingen in Brighton

Lovefool en Ace langszijIn Brighton treffen we de Ace opnieuw, nadat ze ons op de nieuwe gennaker snoeihard voorbij voeren bij het oversteken van het Kanaal. Maar ook ontmoet ik de schipper van de wedstrijdboot aan de andere kant van de steiger. Dit blijkt de oprichter van ClubRacer.be, de illustere Ice die ons vrij lang volgt en al eens reageerde in 2005.

Wat leuk om hem eens de hand te schudden! Ice blijkt een sympathieke Vlaming van de extraverte soort, ook IRL een gedreven vent vol zeilverhalen. Hij is met passie betrokken bij alle aspecten van de wedstrijdzeilerij: op zee, aan wal én online. En dat uit zich in goede zeilresultaten, mooie handel & klusprojecten, en controversiële onthullingen (linkjes volgen) over de wereld achter de schermen van de wedstrijdorganisaties.

In Brighton wordt ik op de steiger ook spontaan begroet door een andere lezer van dit weblog. Hans, schipper van de Blue Peter uit Breda moedigt me aan om vooral weer meer te schrijven. Waarvoor dank, het werkt!

Fijn smullen

Een nóg fijnere ontmoeting is die met Dessy, onze Grieks/Amerikaanse vriendin en oud-collega uit Athene, tegenwoordig wonend in hartje Londen. We treffen haar in Brighton, hoe gepast, op de beroemde pier. Ze houdt ons zondag gezelschap onderweg naar Portsmouth en trakteert ons daar bovendien op een fantastische diner. Het is fijn smullen bij Loch Fyne, een Schotse keten van mooie restaurants die heerlijke, duurzame vis en schaaldieren serveren. Ik kan ze absoluut aanraden!

(Het) Nieuwe zeilen

Mijn actuele updates op Twitter gebruik ik regelmatig als excuustrut om dit blog niet meer zo frequent te updaten. Afgelopen zaterdag werd ik daarin echter flink terechtgewezen. Ik ontmoette op de steigers van Brighton spontaan twee trouwe lezers. Geen van beide had een connectie met mijn meest trouwe lezer (hoi mam!) maar wel groot gelijk: Er moet weer meer geschreven worden. En gelukkig valt er ook weer genoeg te schrijven, zowel over bootklussen als zeiltochten. En over Apple-zaken, maar dat nog even terzijde.

We zijn inmiddels weer op pad, een paar weken lekker zeilend “richting de Zuid”. Ik zal snel een begin maken met het verslag van de tocht… en dan wel zien hoe de wind waait c.q. het reisverslag vordert.

Verder lezen

De Motorbotelarij

Ja, het is een tijd geleden dat er bericht kwam. En ja, er is voldoende gebeurd in de tussentijd, waarover van alles te lezen was op twitter: méér winterstormschade en verzekeringsgedoe (met een nare bijsmaak) en méér wedstrijdzeilerij (op een andere boot), voornamelijk op het Haringvliet. Met ons eerste tochtje daarbuiten wordt het hoog tijd voor een update.

Lang zeil(?)weekend

Afgelopen weekend konden we te verlengen met de vrijdag en maandag. Op zaterdag hebben we een leuk concert in de Melkweg en Amsterdam is mooi per boot te doen: één dagje van Hellevoet naar Scheveningen, eentje van Scheveningen via IJmuiden over het Noordzeekanaal naar A’dam. En dan vice versa na een overnachting in de altijd knusse Sixhaven. Prima plan. Als het een weer een beetje meewerkt.

De vrijdag van vertrek is zo ongeveer de enige dag dat we lekker kunnen zeilen. De zaterdagochtend valt, eenmaal vertrokken uit Schevingen, de wind volledig weg. Maar op zondag is er wind: een beetje veel en pal op de neus. De voorspelde 5-6 WZW wordt inmiddels ZW, aangevuld met windstoten van 30 knopen. En voor de maandag wordt dan nog net een klapje erger voorspeld: 6-7 Beaufort, ook pal op de neus.

We besluiten vrij snel dat de Staande Mastroute de betere, zoniet enige optie is. Maar met de uitval van de bediening van e.o.a. spoorbrug en de timing van de nachtelijke grachtentocht door A’dam, wordt dat op z’n vroegst de week erop. Het bootje blijft een weekje in de Sixhaven liggen.

“Sailing” home…

Inmiddels is het de zondag van de week erop. Het heeft de hele week 6-7 uit het zuidwesten gewaaid. En dat doet het nog steeds, dus we kozen vrijdag inderdaad voor de route dwars door nachtelijk A’dam. En dan langs de Nieuwe Meer, door Woubrugge (het dorpje waar ik tot mijn zesde woonde), mijn geboorteplaats Alphen a/d Rijn (waar ik verder nooit geweest ben), langs Gouda en Dordrecht. In Dordrecht dineren en overnachten we in de charmante oude Nieuwe haven.

Inmiddels motoren we lekker verder over het laatste stuk: op de Oude Maas en da’lijk via het Spui naar het Haringvliet en onze eigen ligplaats. Van zeilen is weinig sprake geweest. Gelukkig komt dat de komende weekjes wel goed: de North Sea Regatta staat voor de deur… op een andere boot, dat dan weer wel.

Frankrijk, België, Hellevoetsluis, Utrecht

Natuurlijk moet ik het verhaal van deze tocht wel even afmaken. En gezien mijn huidige, geblesseerde conditie kan dat best even vanaf de bank.

Via Dieppe en Boulogne

Vanuit Fecamp vertrekken een stuk of tien boten bijna tegelijk naar bijna allemaal dezelfde bestemming: Dieppe. Het is erg licht weer en op de drifter (een hele grote, bolle genoa) komen we net aan de wind niet erg lekker vooruit. Wanneer we als een van de laatste boten lichtelijk gefrustreerd op onze bestemming aankomen blijken we bovendien een bijzondere dolfijnenshow gemist te hebben: Vlak vóór het havenhoofd schijnt een handvol van deze prachtige dieren een drietal boten op spectaculaire wijze te hebben vermaakt. Helaas, maar toch bedankt voor de vis.

Van Dieppe zeilen we de dag erop door naar Boulogne. Opnieuw met meerdere boten en opnieuw met weinig wind. Dit keer lopen we echter een stuk beter, met de spi als halfwinder. En aangekomen in de haven wordt het erg gezellig als bij de spontane boordborrel steeds meer zeilers uit Hellevoetsluis (uiteraard Bianca en Tjeerd van de Seven, maar ook Judith & Marcel van de Libelle, en later Janet & Tjitte van de Cinta Baru) in onze kuip plaatsnemen. Met acht man hangt het kontje bijna in het water, zo gezellig is het.

Naar Oostende (geen Calais gezien!)

De volgende dag is stevige wind beloofd. Maar het regent bovendien ongelofelijk hard. Terwijl we met gemiddeld(!) 9.5 knopen over de grond voorbij Calais stuiven, is die stad een paar mijl uit de kust nauwelijks te zien. Wel merken we dat we er dichtbij zijn als vlakbij ineens twee grote invarende ferries uit de grijze brei opdoemen. Vlak erna komt er nog eentje naar buiten. Houden we voldoende afstand, ondanks onze enorem snelheid? Snel blijkt natuurlijk dat zij nog veel harder gaan en rustig voorlangs voorbij schuiven.

De wind neemt voorbij Duinkerken wat af. Maar de lange tocht gaat nog steeds zó snel dat we in Oostende aangekomen, een prachtplekje kunnen vinden: We liggen als vierde langszij.

Oostende, Hellevoetsl(h)uis

We nemen nog één extra dagje vakantie in Oostende. Om op te drogen, uit te rusten en een beetje te werken. Maar lokale haven-Wifi hapert dus de “floating office” moet helaas nog een dagje dicht. Dan maar luieren op dek, in de volle zon. En na een zalige maaltijd bij de Royal North Sea Yachtclub en een nieuwe lading “smokkelwaar” van de General Stores, zijn we klaar voor de thuisreis.

Ook die laatste tocht loopt vlot, voorspoedig en bijna helemaal droog. We halen makkelijk voor tienen de vestingbrug. En net ná de indrukwekkend bewolkte zonsondergang ligt het bootje weer, helemaal veilig, in haar eigen box. En wij kunnen de volgende ochtend bijna ongeschonden naar huis. Een absolute topvakantie!

Cherbourg, St. Vaast en Fecamp

Het zit ook wel eens mee. De stroom in elk geval: Met gemiddeld ruim acht knopen blazen we van Guernsey voorbij Alderney. We nemen de ‘veilige’ route, linksom Alderney en de Casquets, waarmee we de beruchte race van Alderney vermijden. Het is een beetje een omweg en je maakt geen gebruik van de extreme meestroom die je in die race hebt. Die omweg is niet persé nodig, maar wel zo goed voor de gemoedsrust. Want met de 6 Beaufort hoog aan de wind en met de stroom mee zou het daar wel eens een vervelende wastobbe kunnen zijn. Je weet het niet. Wij voorlopig niet, in elk geval. Een volgende keer zullen we die race eens wat dichterbij bekijken.

Neerhaler

Vanaf Alderney gaat het nog steeds hard. Tot vlak vóór Cherbourg erg voorspoedig, totdat de neerhaler ineens van het dek knapt. Een gebroken oog, dat lastig te repareren zal zijn. Ach, voorlopig hebben we die neerhaler toch niet nodig: die gebruiken we alleen… eh, met ruime wind. En we hebben ‘m de komende week met de overwegend zuidwesten wind vooral… in de rug. Dus. 🙁

Cherbourg is niet veel aan. De jachthaven is groot en, voor Franse begrippen, gelukkig schoon. De stad lijkt, net te ver van de haven, groot en vies en eigenlijk te ver lopen. Maar we eten erg lekker bij de jachtclub: o.a. oesters uit St. Vaast, die ons mede doen besluiten wat de volgende haven wordt.

St. Vaast La Hougue

De aanloop van de haven van St. Vaast valt volledig droog. Je kunt er daarom alleen uit of in rond vloed. Als we er na een lekkere tocht aankomen is het helaas ná winkelsluiting en daarmee kunnen we de beroemde delicatessezaak in het dorp helaas niet meer in. Maar we hebben we geen spijt van deze stop. Het is een prachtig plekje waar we – opnieuw – heerlijk eten en gezellig wat boordborrelen met de bemanning van de Hydraaij… weer een bekende boot, weer uit Hellevoetsluis. En bij vertrek worden we getrakteerd op een oogverblindend mooie zonsopgang.

Fecamp

Na St. Vaast speren we een flink stuk door. We slaan de hele Seine-baai over en leggen na een tocht van iets meer dan 11 uur aan in Fecamp. Da’s niet alleen een bekend plekje van twee jaar terug. (Met nog steeds dezelfde ellende qua internet in Frankrijk.) Maar bovendien treffen we daar weer de gezellige familie van de Seven, die ons warm onthaalt met leuke verhalen, een fijne maaltijd bij hen aan boord en een mooie kleurplaat met daarop een “lekker wijf” (quote Megan, 4 jaar).

Nu twijfelen we nog, op onze lay-day in Fecamp: Gaan we morgen in een langere klap door naar Boulogne en dan nog even het Kanaal op-en-neer via Ramsgate naar Oostende? Of pakken we de tussenstop in Dieppe, dan Boulogne en door naar Oostende? Het weer wijst op de tweede optie, want met weinig wind gaan we niet teveel mijlen maken.

Lek, dus rondje Herm

Vanuit Guernsey moeten we langzaam aan gaan nadenken over de terugreis. Alderney ligt net boven Guernsey en is dus formeel een stap richting huis, zij het een kleintje. Maar ’t is wel prima springplank naar de Franse kust. En met de vele knopen stroom ben je er zo. Vertrekkend uit St. Peter Port besluiten we daarom om een klein omweggetje om het mini-eiland Herm te maken.

En dan ontdek ik, min-of-meer toevallig, een lek in het koelsysteem van de motor. Daar waar koud zeewater ingepompt wordt, druipt een behoorlijke hoeveelheid water langs de motor de bilge in. Not good.

Damn

Tijdens het zeilen probeer ik e.e.a. op te lossen: Het is vast de aanvoerslang! Die maak ik iedere winter even los om het water eruit en anti-vries erin te laten – en in de lente vice versa. Maar helaas, verder dichtmaken en aandraaien helpt niets. Blimey. De flens van de impellor? Nop. De afvoerslang? Too bad. Het lek blijkt echt achterop het pomphuis te zitten. En daar doe ik zelf niet zoveel aan, behalve stelpen. Damn! Hoe kan dit nou weer, zo vlak na een servicebeurt?

We besluiten om terug te keren naar Guernsey. Op Alderney is niet zoveel en er zal ook wel geen goeie monteur zijn. (Later horen we dat dit meevalt.) En de eerste de beste monteur die ik bel, nog onderweg naar St. Peter Port, belooft meteen de volgende ochtend langs te komen. (Inmiddels is de ochtend bijna voorbij maar de goede man heeft het een beetje druk. We wachten nog even af, maar het middagtij kunnen we shaken.)

Aan het eind van de middag liggen we dus weer te wachten voor de Victoria Marina, totdat de drempel voldoende water boven zich heeft om ons binnen te laten.

En we zijn niet alleen

Blijkbaar zijn meer mensen van plan om vanavond, vanaf 23:00 uur NL-tijd, de haven in te gaan. Steeds meer boten komen langszij aan de wachtsteiger, waar wij als eerste in een rij aan vastlegden. Voor en achter ons stapelt men de boten lekker door. Maar onze rij is de recordhouder: Op het hoogtepunt van het hele circus liggen er 16 boten zij-aan-zij aan onze boot vastgemaakt. De 4 stootwillen aan walzijde zijn zo plat als uitgeperste sinaasappels; de dikke, extra landvast staat strakker dan de gemiddelde pillenslikkende kaalkop op zaterdagavond. Fototoestellen klikken en in een mengelmoes van Frans, Engels en Nederlands praat iedereen enigszins opgelaten over deze gekke drukte.

In gedachte zien we de mooie bolle wangetjes van ons bootje langzaam indrukken en haar dek omhoog komen. Maar ze is zo sterk als we verwachten en weert zich kranig tegen die vele tonnen druk. Als een tijdje vóór hoog water de havendienst de 80+ boten binnen een uurtje de haven in leidt, vinden we zelfs – als één van de laatsten in de haven – een prima plekje. G&T, anyone?

Oversteek naar Guernsey

Het is donker en nevelig in Poole, om 05:00 lokale tijd. Een uurtje later is het iets minder donker maar erg nat en “knobbelig”. Met die paar lullige uurtjes slaap die we gehad hebben, vertrouw ik er eerlijk gezegd niet helemaal op dat we Guernsey gaan halen. Eerder dat we zullen uitwijken naar Cherbourg of Wight. Of hoogstens Alderney zullen halen.

Maar het waait goed, in elk geval: De oversteek lijkt, met de wind die iets westelijker dan zuidwest blijft, nét bezeild. Als die nevel optrekt en de golven niet vervelender worden, is er weinig meer wat er echt mis kan gaan.

Soms zit het mee

Op een bepaalt moment breekt zelfs de zon door. De wind houdt het grotendeels vol en de golven blijven rustig. En ons log, dat sinds Southampton verstopt leek te zijn, begint ineens weer te draaien en geeft bovendien een prima watersnelheid aan. Nog sterker, de GPS-positie op de iPad vertelt dat we flink vóór lopen op het tochtplan.

Rond vijf uur zijn we boven Alderney en zet de gekenterde stroom ons flink west. En tussen de Casquets ligt de stroomgolvige Straat van Ortac die we, een tikje overmoedig maar zonder echte problemen, ook maar afsnijden. Met tijdelijk zo’n zes à zeven knopen stroom op de kont zeilen we het laatste stuk, totdat we vlak voor St. Peter Port een gekke eilandwind opsteekt. We hebben het gehaald!

Kanaaleiland, baby!

De haven hier valt grotendeels droog. Er zijn een paar steigers, een pier voor de ferry en een drietal havens waarbinnen de boten door middel van een flinke drempel drijvend gehouden worden. De behulpzame havendienst helpt ons eerst naar de juiste wachtsteiger en vervolgens, als het water een uurtje later hoog genoeg is om over de drempel te varen, naar een plekje in de Victoria Marina op Guernsey.

Daar liggen we dan, aan ons eerste kanaaleiland, op eigen kiel. Da’s een flinke mijlpaal waar we toch al een jaartje of drie naartoe “werken”. En nu? Eerst maar eens genieten van het subtropische klimaat (nog niet echt gemerkt), de eilandsfeer, het lekkere eten, het shopping-paradijs en al het andere moois dat Guernsey schijnt te bieden. Meteen even een bankrekening openen?

Cowes, Southampton, Beaulieu en Poole

Cowes is geweldig. Dat wisten we vorig jaar al, direct bij aankomst. Dit jaar is het helemaal gezellig, door het treffen van twee bevriende boten uit Hellevoetsluis: de Seven waarop ik een paar keer meezeilde in wedstrijden, en de Marea Alta die we vorig jaar ontmoetten. Hun voorspoedige aankomst op Wight is reden voor de nodige boordborrels en mede dankzij die borrels een extra brakdagje in het Mekka van de wedstrijdzeilerij.

Op 1 augustus begint Cowes Week. De voorbereidingen zijn in volle gang en er is al een hoop mooi botenspul aanwezig, waaronder twee enorme America’s Cuppers. Overal worden feesttenten opgebouwd en het is een komen en gaan van wedstrijdboten en -bemanning. Dit is Het Leven.

Sssh… Sssha…

Met drie boten vertrekken we dinsdag naar Southampton (het Mekka van de botenbouw?). In de Ocean Village Marina liggen schitterende megajachten maar verder is er niet veel te doen. Het “dorp” is een flink eindje sjokken maar dat blijkt de moeite waard: Het is blijkt een flinke stad met in de enorme West Quay Mall een officiële Apple store. En daar ligt natuurlijk een hele rij nieuwe iPhones om aan te raken. Mooi spul. (Zegt mijn 3Gs al “plons”?)

Op woensdag doen we nog vlug een bezoekje aan de Shamrock Quay marina. Die dankt z’n naam aan de legendarische J-klasser Shamrock V. Die is er namelijk ooit gebouwd, jaren geleden en dus ruim voordat we ‘m in de haven van het Griekse eiland Ios mochten, eh… bewonderden. Van die oude scheepswerf is er weinig meer terug te vinden maar in het knusse haventje is een flinke chandler en genoeg andere shopjes. We gooien snel weer los en zeilen weer terug de Solent op.

Koel

De opening naar de Solent vanuit Southampton is berucht. Dit stukje vaarwater is namelijk nogal druk. Daaraan worden we bruut herinnerd als bij het begin van het smalle kanaal een olieschip ons aan stuurboord voorbij vaart en een highspeed- en gewone ferry ons tegemoet komen terwijl een binnenkomende mega-tanker met twee begeleidende sleepboten alle ruimte in de krappe vaargeul opeist. Dan is het ineens spitsuur, waarbij de wind plotseling doorramt naar 35+ knopen. Don’t panic, zegt de Reeds dan. Of was dat nou een andere gids?

We houden het hoofd koel en de oude genoa gelukkig nog nét heel. Op het grootzeil en de motor hebben we nog maar een klein stukje te doen, weliswaar tegen wind en stroom, naar Beaulieu River. Daar vinden we snel beschutting en bovendien verder de rivier op, een prachtige rustieke ligplaats. Er is niet veel te doen en dat was ook het plan. Helaas is de geplande BBQ niet toegestaan en is de avond er eigenlijk ook te koel voor, maar de gezamenlijke boordmaaltijd smaakt er niet minder om.

Vervolg

De donderdag verlaten we, nog steeds met drie boten, aan de westkant de Solent. De vervolgplannen zijn nog zo onduidelijk als de weerberichten. Bovendien hebben we allemaal verschillende deadlines. Misschien varen we vanaf Poole naar Guernsey, misschien eerst nog naar Weymouth of terug richting huis, via Cherbourg. In elk geval besluit iedereen uiteindelijk om een dagje in Poole te blijven chillen. En gaan wij tweetjes morgen proberen het Kanaaleiland Guernsey te halen. Maar ja, je weet nooit hoe de wind… inderdaad, het waait. Volgens de laatste voorspelling in elk geval niet te hard.

Van Brighton naar Portsmouth (ofzo)

Het werd een dagje rust in Brighton, gisteren. Ik werk nog wat aan een projectje, op de floating office. En Chrisje doet vooral even haar best om van een lelijk blafhoestje af te komen. We genieten van de fijne douches in de Premier Marina, chillen wat in de Yacht Club en eten lekker Engels in The West Quay, waar we bovendien lang natafelen met gratis WiFi op de iPad en iPhones.

Spinaker TowerVandaag varen we richting Solent. ’t Waait niet zo veel, vooral op de neus. Dus het motortje doe het meeste werk terwijl de koeling z’n best doet om de Oostendse Jupiler koud te houden. De volgende haven wordt waarschijnlijk Portsmouth, maar dat zou ook zomaar nog kunnen veranderen. En morgen zeker Cowes, waar we een stel bevriende zeilers hopen te treffen. (Dan zal die Jup wel op komen, vrees ik.)