Vanuit Utrecht komen we gelukkig nog wel weg, afgelopen zaterdag. (Voor hetzelfde geld was de weg geblokkeerd geweest door allemaal roze fietsers.) Als we eenmaal bij het bootje aankomen, blijkt het daar gelukkig droger dan in het midden van het land. Maar echt stralend is het nog niet. En dat blijft ook zo.
Er is ook niet teveel wind. Maar op de grote genua en later de halfwinder maken we genoeg knoopjes. Gestaag glijden we over het Vuile Gat langs het eilandje Tiengemeten, van waar de natuur ons breeduit toelacht: Tussen de schotse koeien (met kalfjes) fladderen en schreeuwen fazanten. Of zouden dat, heel toepasselijk, echte “famous” grouses geweest zijn?
Een jaar of 10 geleden voeren we, op een klein gehuurd bootje, ook hier op ditzelfde water. Toen aten we een lekker visje in Stad aan ’t Haringvliet, waar we overnachtten in het kleine binnenhaventje. Het visje viel destijds niet helemaal oké, maar dit kleine stadje wilde ik graag weer terugzien. Helaas is het betreffende eetcafé niet meer te vinden en de binnenhaven inmiddels expliciet “niet voor passanten”. Dan varen we liever ietsje terug, om in bruisend (not!) Den Bommel te overnachten. En ondanks de dorpskermis is het daar heerlijk rustig.
Zee of lunch?
Zondag is weer een frisse dag. We kiezen ervoor om niet, samen met de Marea Alta, de zee op te gaan. In plaats daarvan doen we een lekkere lunch bij Berrisz in Stellendam, varen rustig terug naar de overkant en doen daarna nog een borreltje bij de buurvereniging Helius.
Een prima eerste weekendje op ’t Haringvliet, zo. Komend (lang) weekend varen we wél weer “op zout”; waarschijnlijk naar Scheveningen en IJmuiden, waar we de thuiskomers van de Live hopen te treffen.