Vanmiddag wordt ons bootje op de kant gezet, voor haar winterslaapje. Het blijft eng: zo’n metalen bok onder de romp, bootje steunend op de kiel, de mast zwiepend op 14+1.80 meter boven het beton. En dan nog maar eens afwachten hoe het onderwaterschip de zomer heeft overleeft.
Vervolgens mogen we haar echt winterklaar gaan maken: alles wat kan bevriezen aftappen, zeilen en kussens van boord zodat ze droog blijven, dekzeil passend maken en eroverheen spannen, en nog een hele waslijst van preparaties.
En dan gaat het grote klussen weer beginnen. Zin in. (Not!) Maar het meest vervelend is nog wel dat dit echt het einde van het seizoen betekent. Bwèèèh!